Merel licht toe dat het de bedoeling is dat de deelnemers zelf aan de slag gaan. "Alleen als een deelnemer aangeeft hulp nodig te hebben, gaan we het samen doen", benadrukt ze. Zo ver is het bij Merel echter nog niet gekomen. De twee 'koppelingen' zoals dat heet, die ze er inmiddels op heeft zitten, waren beiden niet succesvol en zijn voortijdig beëindigd.
"Bij mijn eerste koppeling speelden veel onderliggende trauma’s en psychische problemen, die emotioneel gezien eerst aandacht nodig hadden’" legt ze uit. "De tweede koppeling werd, vanwege het ontbreken van een stabiel inkomen, door de gemeente beëindigd, waardoor de benodigde driehoek 'maatje-deelnemer-gemeente' uiteenviel."
Merel gaat voor een derde koppeling. "Ik had altijd al de wens om ooit vrijwilligerswerk te gaan doen", vertelt ze. "Ik heb het gevoel dat je van vrijwilligerswerk net zoveel leert als bijvoorbeeld de scouting, waar je moet leren om te overleven en dingen zelf moet zien te fixen. Ik wist alleen nooit zo goed wat voor soort vrijwilligerswerk ik wilde doen."
Toen ze bij Holland Casino in Scheveningen onder enorm hoge werkdruk de marketing en sales deed, kwam ze erachter dat ze wel commercieel is ingesteld, maar toch vooral een mensenmens is. Ze stapte over naar een juridische uitgeverij, waar ze inmiddels helemaal op haar plek is, in een veel rustigere, stabiele omgeving. Op de fiets naar huis zag ze anderhalf jaar geleden, op de Grote Markt, het aanplakbiljet van Budgetmaatjes. "Ik dacht: 'ik ben heel goed in administratie en ik heb er nu best wel ruimte voor in mijn leven'. Ik heb gelijk een brief gestuurd."
Ze volgde een training bij Stek en ging aan de slag. "Ik moest in het begin erg schakelen. Ik heb een beetje een hulpverlenerssyndroom. Ik vind het soms lastig een stap terug te doen. Ook was ik in het begin vooral mezelf aan het 'verkopen' als Maatje, in plaats van rustig te zitten en te luisteren naar wat de ander te vertellen heeft. Wat is hier nodig? En hoe geef ik duidelijk aan wat ik kan bieden?"
Om dit werk te kunnen doen maakt het, aldus Merel, niet uit wat voor eigenschappen of kwaliteiten of achtergrond je hebt. "Hoe diverser, hoe beter", zegt ze overtuigd. "Het belangrijkste is dat je het vermogen hebt om je oogkleppen af te doen. Soms oordeel ik te snel over mensen. Ik had gedacht dat ik door dit werk mensen in een lastigere situatie zou leren begrijpen. Dat is niet zo. Dan denk ik: 'waarom heeft u niet dertig keer eerder aan de bel getrokken?' Maar dat is wat ík zou doen. Maar niet iedereen is zoals ik. Het vrijwilligerswerk leert me loslaten, uit mezelf treden. Wie ik ben en wat ik zou doen, dat leer ik echt even parkeren. Dat is het grootste proces dat ik doormaak en dat vind ik heel waardevol."